Resultaat = talent x strategie x inzet
Dat resultaat ontstaat door een combinatie van talent, strategie en inzet is een veel gehanteerde formule binnen het onderwijs. Talent heeft volgens onderzoeken het minst invloed op resultaat, inzet het meest.
Over dat het Nederlandse onderwijs te resultaatgericht is, zijn we het allemaal wel eens. Maar wat is het alternatief? Resultaten helemaal onbelangrijk maken, is weer het andere uiterste. Ik denk dat de oplossing ertussen ligt. We zouden niet moeten sturen op resultaten, maar op de vaardigheden die tot die resultaten leiden. Het proces ernaar toe dus. Resultaten geven een beeld van waar een kind in zijn of haar eigen proces zit.
Resultaat = talent x strategie x inzet
Resultaat is dat wat het kind op papier, in toetsen laat zien. Talent is de potentie die het kind van nature heeft meegekregen (nature) x de mate waarin het is gestimuleerd door de omgeving (nurture). Talent is maakbaar, maar daar zit natuurlijk wel een limiet aan, het is met name de inzet die het resultaat maakbaar maakt. Talent geeft een marge aan waarbinnen iemand zich kan ontwikkelen. Had ik een fenomenaal pianiste kunnen zijn als ik me er vanaf mijn jonge kind jaren volledig op had toegelegd. Ik betwijfel het, er is toch een bepaalde mate van aanleg nodig om een talent succesvol te maken en die heb ik volgens mij niet. Maar dat zal ik nu dus ook wel nooit weten.
Strategie is waar de basisschool zich op dit moment het meest op richt. Letters koppelen aan klanken, cijfers begrijpen en onthouden, rekenstrategieen, woordsoorten herkennen, grammatica regels, jaartallen en leestechnieken. Het is zomaar een greep aan wat een kind zich aan strategie allemaal eigen dient te maken (leren) gedurende de acht jaar op de basisschool.
En dan inzet, de factor met de grootste invloed op het resultaat waar naar mijn smaak in verhouding veel te weinig aandacht aan wordt besteed. Als resultaten achter blijven bij wat er gemiddeld voor een bepaalde leeftijd staat voorgeschreven, gaat doorgaans de aandacht uit naar het al dan niet beheersen van de 'juiste' strategieen en daarna verschuift de aandacht van de school naar het aangeboren talent. De gedachte van de school lijkt te zijn: Ligt het aan ons (strategie) of ligt het aan het kind (talent)?
In mijn coachingspraktijk splits ik inzet in de vaardigheden: focus, doorzettingsvermogen en vastberadenheid. Focus is het vermogen om je langere tijd met 1 ding bezig te houden, ook als je het niet zelf hebt gekozen. Doorzettingsvermogen is het vermogen om door te zetten als het moeilijk wordt en te leren van fouten. Vastberadenheid is de wil vanuit jezelf om iets af te maken omdat je een doel hebt gesteld.
Deze vaardigheden zijn in principe te ontwikkelen met de juiste aandacht en stimulans. Er kunnen redenen zijn waardoor het trainen van focus of doorzettingsvermogen en het vergroten van de vastberadenheid, lastiger wordt, maar ik moet het eerste kind waarbij het niet lukt nog tegen komen.
Achterblijvende resulaten betekent dat je als ouders van een leerling in groep 3 ineens voor de vraag wordt gesteld of je akkoord bent met het uitvoeren van een capaciteitenonderzoek. Of als de school hier geen budget voor heeft, de vraag of er misschien particulier een intelligentie-onderzoek gedaan kan worden. De resultaten van intelligentie onderzoeken zijn heel informatief, maar niet als ze als oplossing worden aangedragen bij achterblijvende resultaten. Hoeveel zin heeft het om een onderzoek naar capaciteiten of talent uit te voeren als de inzet ook daar minimaal zal zijn. En wat heeft het resultaat van zo'n onderzoek voor invloed op het zelfbeeld van het kind.
Waarom wordt de factor die het meest invloed heeft, inzet, niet eerst nader bekeken? Natuurlijk zal een oplettende juf wel zien en weten dat het dromerige karakter van de groep 3 leerling niet mee helpt. Een nog betere juf zal eigenlijk zelf vinden dat het kind nog de tijd zou moeten krijgen om zich in zijn eigen tempo te ontwikkelen. Maar omdat er door het systeem gestuurd wordt op resultaten, weet ze ook dat ze aan zal moeten geven dat er reden is om verder te gaan kijken. Ze wil niet het riscio lopen dat hetzelfde kind straks in groep 5 nog steeds van alles nog niet kan en dat haar gevraagd wordt door boze ouders of een strenge intern begeleider waarom ze niets heeft gedaan. Het kind wat niet scoort volgens de norm, komt sowieso naar boven drijven uit het zorgoverleg dat plaats vindt na de cito rondes. Op zich helemaal niet verkeerd om kinderen te monitoren, maar laten we vervolgens wel verder kijken dan alleen naar strategie en de mate van talent. Nader onderzoek naar talent kan altijd nog gedaan worden nadat ouders en school samen hebben gewerkt aan de ontwikkeling van de inzet.
Uitgelicht
Wordt er getwijfeld aan de capaciteiten van jouw kind? Is hij of zij naar 'boven komen drijven' na een cito ronde? Stel jezelf en de school dan eens de volgende vragen:
1. Is mijn kind een jonge leerling en kan dat de reden zijn?
2. Toont mijn kind voldoende inzet? Wanneer wel of niet?
3. Wil mijn kind leren? Heeft het voldoende interesse en vastberadenheid?
3. Is de oorzaak misschien te vinden in focus, doorzettingsvermogen of vastberadenheid?
4. Heeft mijn kind hulp nodig bij het ontwikkelen van vaardigheden om zijn of haar inzet zelf te kunnen verbeteren?
5. Wat kunnen wij als ouders samen met school doen om deze vaardigheden te helpen ontwikkelen?