top of page

Waarom moet ik dit weten?

De meeste kinderen hebben nog geen idee wat ze later willen gaan doen en dat is natuurlijk prima. Ze hebben het veel te druk met kind zijn om zich bezig te houden met hoe het leven er uit zal zien als ze volwassen zijn. Soms kom ik een kind tegen dat precies weet wat hij of zij wil gaan doen later. Dat vind ik mooi, ik kan die toekomstdroom regelmatig terug laten komen in de gesprekken. Deze kinderen zijn te motiveren doordat ze een doel hebben. Een eigen doel, vaak vanuit een diep verlangen om bij te dragen of te ontdekken.

Ze is 15 en wil na het behalen van haar HAVO diploma op avontuur. De wereld zien, beleven en haar blik verbreden. Als ze er over vertelt, lichten haar ogen op en zie ik een jonge, stoere vrouw die alles kan wat ze maar wil. Maar vandaag worstelt ze met de zenuwen die de toetsweek opwekken. Ze heeft geen riante uitgangspositie, de toetsweek gaat bepalen of ze over gaat of niet. Als ze vertelt hoe ze op ziet tegen haar toets scheikunde, zie ik een heel onzeker meisje. Haar ogen schieten alle kanten op en ze raakt al bijna in paniek als we er over praten. Het verschil tussen de jonge krachtige wereldreizigster en het onzekere meisje is nog heel groot. We zijn het samen aan het overbruggen.

Haar scheikunde zenuwen maken dat alles blokkeert en we besluiten dat we ons daar vandaag op richten. Ik vraag en vraag door en verzamel de feiten, waardoor ik een beeld heb van waar de verbetermogelijkheden liggen.

Dan stel ik haar de vraag: waar gaat scheikunde over? ze blijft een tijd stil en gaat uiteindelijk allemaal onderdelen van scheikunde opnoemen.

Ik leg uit dat ik naar een paar woorden zoek, die omschrijven waar alle scheikunde over gaat. Ze heeft geen idee. Om warm te draaien bij het vinden van het juiste antwoord gaan we andere vakken af met dezelfde vraag.

  • Biologie gaat over alles wat leeft.

  • Nederlands gaat over de taal die we spreken.

  • Aardrijkskunde gaat over de plek waar we leven.

  • Wiskunde gaat over getallen, vormen en formules.

  • En scheikunde....over samenstelling en opbouw van stoffen.

Ik zie dat ze zich voor het eerst realiseert dat de vakken op haar school zijn samen gesteld om haar iets te leren over de wereld om haar heen en geef haar even de tijd om dat besef in te laten dalen.

Dan pakken we de samenvatting van de drie hoofdstukken waar de toets over gaat. Ieder hoofdstuk is afzonderlijk al getoetst, met onvoldoende resultaat. Ik weet erg weinig van scheikunde en kan haar inhoudelijk zeker niet helpen, maar dat is ook niet mijn taak. Ik geef haar een groene stift en vraag haar van het eerste hoofdstuk te markeren wat ze al weet of snapt. Ze gaat aan de slag.

Als ze klaar is, stel ik mijn sleutelvraag van vandaag. De vraag waarmee ik dat wat ze nu krijgt aangeboden, koppel aan haar toekomst. Stel, je bent op reis in Noord Afrika en rijdt met een Jeep door de woestijn. Ik neem de tijd om haar te omschrijven hoe de omgeving er uit ziet, zoveel mogelijk details te vertellen en nodig haar uit zelf ook details toe te voegen. Ze heeft een beeld. Een sterk beeld. Maar de Jeep gaat stuk en jij moet het zelf met je reisgenoot oplossen. Welke informatie die je net gelezen hebt, zou dan nuttig kunnen zijn?

Dat het hoofdstuk over verbranding en brandstof gaat, is niet toevallig. Ik begrijp weinig van scheikunde, maar ben goed in het vinden van het juiste voorbeeld. En dan zie ik het mooiste wat ik kan zien in mijn werk: het kwartje valt. Scheikunde is ineens een stukje minder stom, misschien zelfs wel een beetje nuttig.

We sluiten af met het maken van een actielijst. Met de markeerstiften de overige hoofdstukken overzichtelijker maken in weet ik (groen), weet ik beetje (geel) en geen idee (roze).Dan hulp zoeken bij het leren begrijpen van de gele stukken en de roze als dat haalbaar is.

Ze weet nu waarom, hoe & wat en voelt controle in plaats van paniek.

 

Uitgelicht

Iets leren terwijl je niet weet wat het eigenlijk precies is en waarom het handig is om te weten is ontzettend moeilijk. Binnen het onderwijs en thuis zijn kinderen makkelijker in beweging te krijgen als ze antwoord vinden op het hoe, wat en waarom. Dat kost tijd en aandacht die er niet altijd is, of niet altijd genomen wordt.

Tijd om aan te sluiten bij de dromen en plannen van jongeren in het voortgezet onderwijs. Aandacht om die dromen en plannen te koppelen aan de lesstof.

Maar ook thuis, aandacht om uit te leggen en te praten over waarom iets belangrijk is.


 
Featured Posts
Check back soon
Once posts are published, you’ll see them here.
Recent Posts
Archive
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
CONTACT
VOOR MEER INFO
STUUR MIJ EEN BERICHT

Martine Eisma

Coaching & Training

Muiderberg

info@martineeisma.nl



Tel: +31 6 439 71 335

 

 

  • LinkedIn Social Icon
  • Facebook Basic Square

    Your details were sent successfully!

    bottom of page