Snipperdagen voor schoolkinderen
"Als ik jou was, zou ik vandaag niks doen" Zijn benen hangen omhoog in de lucht, terwijl hij zijn Pokemon kaarten uitvoerig ligt te bekijken op de bank. Het is bijna tijd om naar school te gaan. Sinds het opstaan heb ik mijn uiterste best gedaan om hem op tijd de deur uit te krijgen zonder daarbij geïrriteerd te raken. Mijn zoon, hij zit al in groep 6 maar lijkt nog steeds niet gewend aan het strakke tijdschema wat bij zijn leerplicht kwam. De wekker, opschieten, ontbijten, kom op nou eet eens door schat, schoenen aan, nog even de appelstroop van zijn gezicht en dan hup hup, nu moet je echt gaan.
Als hij mij was, moest hij vandaag sporten, werken en voor 6 mensen boodschappen doen en koken. Zijn dag voelt voor hem minstens net zo zwaar. De school die ik ooit bezocht in Afrika staat nog scherp op mijn netvlies, ik weet hoe dankbaar we moeten zijn dat onze kinderen leren lezen en schrijven. En toch voelt die strijd tegen de tijd die ik mijn klein man opleg, niet natuurlijk. Tijd, een van de dingen die de mens heeft bedacht om de samenleving goed te laten verlopen. Het is natuurlijk noodzakelijk en behoorlijk praktisch, maar is het belangrijker dan het natuurlijk ritme van mijn kind?
Mijn twee bonuskinderen zitten in hun pubertijd, daar is deze strijd helemaal een punt. In de vakantie komen ze rustig om half 2 naar beneden, roepen met een slaperig hoofd goedemorgen en storten zich op al het brood en fruit wat er in huis is.
Ze zijn dan ook laat gaan slapen natuurlijk, maar het is het ritme wat ze kiezen als ze vrij zijn. het ritme wat werkt voor ze. Geheel in strijd met hun rooster. Lange dagen die veel te vroeg beginnen. Vinden ze.
Ze hebben gelijk, we zetten onze kinderen in vergelijking met andere landen veel uren op een stoel in vaak niet hele aangename klaslokalen. We staan vijfde op de lijst van aantal schooluren tussen 7 en 15 levensjaar, we staan echter lang geen vijfde als het gaat om onderwijskwaliteit. Er is geen relatie tussen het aantal uren en het resultaat. Ook in dit geval geldt, het gaat om kwaliteit en niet om kwantiteit. De Finse kinderen gaan per jaar 240 uur minder naar school en presteren beter.
Tegen het eind van een periode voor een vakantie zie ik kinderen steeds minder energie hebben. De lontjes worden korter, de ruzies talrijker. Er wordt meer gehuild, ze zijn moe. Moe van het moeten, moe van alle informatie die we ze hebben laten verwerken.
Zelf ben ik een ongehoorzame moeder. Ik laat de behoeftes van mijn kind soms voor de schooluren gaan. Omdat ik vind dat als mijn kind te moe is om op te staan, hij niet leerbaar is. Een uurtje laten liggen en dan rustig ontbijten, kan al veel verschil maken. Maar het mag niet. Ik moet ieder uur dat hij er niet is verantwoorden.
Ik leer mijn kind te luisteren naar zichzelf. Als hij trek heeft, eet dan iets gezonds want dat is waar je lichaam om vraagt. Als iets niet fijn voelt, denk er dan over na of praat erover dan kijken we of we iets kunnen doen. Als hij een lange drukke zaterdag heeft gehad en op zondag gewoon niks wil, mag dat. Ik vind zijn eigen grenzen en behoeftes ontdekken belangrijk.
Schoolgaande kinderen zouden wat mij betreft een paar snipperdagen per jaar mogen opnemen. Iets zelf gekozen wat ze een gevoel van eigenaarschap over hun tijd geeft. Tijd om lekker even te niksen, ook heel belangrijk en en goed voor je brein bovendien.